Het potje zonder zaad – een les over geloof en vrucht

Weken geleden stond ik in alle vroegte op mijn moestuin. De zon brak net door, het rook naar aarde en belofte. In potjes met verse potgrond zaaide ik twee soorten zaad. Tenminste, dat dacht ik. Zorgvuldig gaf ik ze water, dag na dag. Ik hield de temperatuur in de gaten, gezonde greond,  voldoende zonlicht, alles volgens het boekje.

Na een paar dagen kwamen de eerste sprietjes van de ene soort op. Maar de andere bleef leeg. Geen teken van leven. Geen groen, geen groei. Wekenlang vroeg ik me af wat er mis kon zijn. De omstandigheden waren goed, het zaad was van een betrouwbare leverancier, het stickertje met de naam zat keurig op de bak. Alles leek te kloppen — en toch bleef het stil.

Totdat ik op een ochtend besloot te graven. Ik haalde voorzichtig wat aarde opzij, keek diep in het potje... en toen begreep ik het. Alles wás er: de grond, het water, het licht — alles behalve het allerbelangrijkste. Ik was vergeten het zaad te zaaien.

En ineens drong het tot me door hoe dit beeld iets zegt over het geestelijk leven. Hoe vaak richten wij ons op omstandigheden: op een goede omgeving, op de juiste woorden, een mooie dienst, de juiste muziek, trouwe gewoonten, goede bedoelingen. Maar als het Woord niet gezaaid wordt — als het geloof ontbreekt of het hart gesloten blijft — dan kan er geen vrucht komen, hoe gunstig de omstandigheden ook zijn.

Jezus vertelt in Markus 4 over de zaaier die uitgaat om te zaaien. Daar ligt de nadruk niet op de zon of de regen, niet op de bakjes of de stokjes met namen — maar op het zaad, en op de grond waarin het valt. Het Woord van God is levend en krachtig, maar het moet wel gezaaid worden in een open hart. En geloof is als het potje dat het zaad ontvangt en laat wortelen.

Soms denken we dat we alles goed doen — maar vergeten we het allerbelangrijkste. De vrucht blijft uit, en we begrijpen niet waarom. Totdat we, zoals ik vanmorgen, even stil worden, gaan graven — en ontdekken dat er nooit iets gezaaid is.

Soms ontbreekt er iets essentieels in ons geestelijk leven. We zorgen voor goede omstandigheden — gebed, Bijbel, gemeenschap — maar toch komt er geen vrucht. Totdat we ontdekken: het zaad is nooit gezaaid. Gods Woord vraagt niet alleen om omstandigheden, maar om een open hart waarin het werkelijk geplant wordt.

“Zij horen het Woord, nemen het aan en dragen vrucht.” (Markus 4:20)