Zoonschap en verheffing van de Gemeente
Paulus openbaart in zijn brief aan de Efeziërs dat God ons heeft gesteld tot kinderen naar Zijn welbehagen, een ‘zoonplaats’ gegeven heeft (Efeziërs 1:5):
“… overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade…” (Efeziërs 1:6).
Deze ‘zoonplaats’ betekent dat gelovigen niet alleen behouden zijn, maar ook tot zonen en erfgenamen zijn aangenomen, deelachtig aan Christus in Zijn positie van heerlijkheid en hoofdschap over alle dingen (vgl. Romeinen 8:17). Dit toont een diepere realiteit dan individuele redding; het is een verheven, geestelijke positie die gelovigen innemen binnen het mystieke Lichaam. Het is Gods soevereine wil dat wij deze plaats innemen, wat ons roept tot een leven dat Hem lof, dank en eer brengt.

De openbaring van de Gemeente in Gods heerlijkheid
In Efeziërs 2:7 lezen we dat God in de toekomst de “allesovertreffende rijkdom van Zijn genade” zal openbaren door Zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Dit betekent dat het heil en de genade die wij nu ontvangen, pas ten volle zichtbaar zullen worden bij de toekomstige manifestatie van het Lichaam van Christus. De Gemeente zal als bruid van Christus verschijnen, zonder vlek of rimpel, volmaakt geheiligd en stralend in Gods heerlijkheid (vgl. Efeziërs 5:25-27).

Deze openbaarmaking is niet alleen een feestelijke onthulling, maar ook een bevestiging van Gods trouw en het voltooide werk van Christus. Het toont het volmaakte resultaat van de verlossing, waarbij het Lichaam wordt vrijgemaakt van alle zonde, zwakheid en verdeeldheid.

Volmaaktheid en Geestelijke Groei
Paulus legt in Efeziërs 4:11-16 nadruk op de groei en opbouw van het Lichaam. Door de gaven die Christus aan Zijn Gemeente heeft gegeven (apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren) wordt het Lichaam geleid naar geestelijke volwassenheid en volheid:
“…opdat wij allen eenheid in het geloof en in de kennis van de Zoon van God zouden bereiken, tot een volwassen mens, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus.” (Efeziërs 4:13)
Deze geestelijke volwassenheid is essentieel voor de toekomst van het Lichaam. Het is een proces van groei in liefde, kennis en heiliging, dat uiteindelijk zal culmineren in de volmaakte eenheid en gemeenschap met Christus.

In 2 Timotheüs 4:7-8 blikt Paulus zelf terug op zijn levenswandel en spreekt van de beloning die zal komen bij de toekomstverwachting:
“Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop voleindigd, ik heb het geloof behouden. Nu ligt voor mij de kroon van rechtvaardigheid gereed...”
Dit bevestigt dat de toekomst ook een beloning inhoudt voor trouw in het heden.

De openbaring van het lichaam samen met Christus
In Kolossenzen 3:4 zegt Paulus:
“Wanneer Christus, uw leven, zal verschijnen, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.”
Deze tekst onderstreept de gezamenlijke toekomst van Christus en Zijn Lichaam. De leden van het Lichaam worden niet apart van Christus verheerlijkt, maar als één geheel in Hem openbaar gemaakt. Dit duidt op een organische en onlosmakelijke verbondenheid, waarin het Lichaam deelt in de heerlijkheid van het Hoofd.

Daarnaast spreekt Paulus in Filippenzen 3:20-21 over de hemel als onze ware stad en de verandering van ons sterfelijk lichaam in een verheerlijkt lichaam, gelijk aan dat van Christus. Dit wijst op een toekomstige lichamelijke verheffing van de gelovigen, passend bij het mystieke Lichaam van Christus.

Het nieuwe leven in het licht van de toekomst
De hoop op deze glorieuze toekomst heeft een directe impact op het dagelijkse leven van de gelovigen. Paulus moedigt aan tot een levenswandel die in overeenstemming is met de toekomst die wacht. In Filippenzen 1:27 schrijft hij:
“Alleen: wandelt op een wijze die het evangelie van Christus waardig is...”
Dit betekent dat de zekerheid van de toekomst niet leidt tot passiviteit, maar juist tot heiligheid, toewijding en eenheid in het heden. De toekomstvisie drijft de Gemeente om te groeien in liefde, dienstbaarheid en trouw.

De hoop als steun en bemoediging
In 2 Timotheüs 1:10 spreekt Paulus van de hoop die door het evangelie is gebracht:
“Die onze Heiland, Christus Jezus, heeft geopenbaard... en het leven heeft gebracht en onvergankelijke onsterfelijkheid aan het licht heeft gebracht door het evangelie.”
Deze hoop is niet alleen een toekomstig perspectief, maar ook een levenskracht die de gelovigen bemoedigt en sterkt te midden van beproevingen en strijd.

 

Samenvatting
De toekomst van het Lichaam van Christus is een glorieuze openbaring waarin het Lichaam, de Gemeente, als onberispelijke Bruid zonder vlek of rimpel verschijnt, in volheid en heiligheid. Deze verheffing komt voort uit de ‘zoonplaats’ die God ons heeft gegeven en de geestelijke groei die Christus als Hoofd in Zijn Gemeente werkt. Het Lichaam zal samen met Christus stralen in heerlijkheid, deelachtig aan Zijn majesteit en heerschappij.

Deze toekomstvisie moet het dagelijks leven bepalen: een leven van heiligheid, eenheid en liefde, geworteld in de zekerheid van Gods genade en de hoop op de uiteindelijke verheerlijking. Zo leeft het Lichaam van Christus.