De geestelijke eenheid in de Geest
De Gemeente als het Lichaam van Christus is geen verzameling van losse gelovigen, maar een geestelijke eenheid die gevormd is door de Heilige Geest. In Efeziërs 4:3-6 roept Paulus op tot het bewaren van deze eenheid:
“En wees beijverig om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.”
Deze eenheid is niet iets wat mensen tot stand brengen, maar wat God Zelf tot stand gebracht heeft door de inwoning van de Geest. Daarom wordt gelovigen opgeroepen om deze eenheid te bewaren, niet om die te creëren. De basis ligt in de hemelse roeping en in de verbondenheid met Christus als Hoofd.

 

Eenheid in geloof, liefde en leer
De geestelijke eenheid van het Lichaam openbaart zich in meerdere aspecten. Ten eerste in geloof: het vertrouwen op de gekruisigde en opgestane Christus als enige bron van verlossing. Ten tweede in liefde: de onderlinge toewijding en dienstbaarheid binnen het Lichaam. En ten derde in leer: de gezonde Bijbelse leer die het fundament vormt voor het denken en handelen van de gelovigen.

In Kolossenzen 3:14 wordt de liefde als de verbindende kracht genoemd:
“En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is.”
Deze liefde, werkend door de Geest, vormt het hart van de gemeenschap en overstijgt menselijke verschillen.

Wat betreft de leer schrijft Paulus aan de Romeinen:
“En ik vermaan u, broeders, dat u hen in het oog houdt die oneenigheid en struikelblokken veroorzaken tegen het onderwijs dat u geleerd hebt, en wijk van hen.” (Romeinen 16:17)
Eenheid in de waarheid is noodzakelijk; het Lichaam kan alleen gezond functioneren als het vasthoudt aan het apostolisch onderwijs zoals aan Paulus geopenbaard.

 

Tegengif tegen verdeeldheid
Eenheid binnen het Lichaam is kwetsbaar door de aanwezigheid van het vlees, trots, en menselijke partijschappen. Paulus schrijft daarom in 1 Korintiërs 1:10:
“Ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aan elkaar bent, één van denken en één van gevoelen.”
De apostel wijst hier op het gevaar van verdeeldheid binnen het Lichaam van Christus, en spoort aan tot eenheid in denken en in overtuiging.

Christus Zelf bad hiervoor in Johannes 17:20-23:
“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U; dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.”
Deze eenheid heeft dus ook een getuigenisfunctie tegenover de wereld: zij weerspiegelt de eenheid tussen de Vader en de Zoon.

 

Eenheid ondanks verscheidenheid
Hoewel de gelovigen verschillen in achtergrond, karakter en gaven, is er in Christus sprake van een eenheid die deze verscheidenheid overstijgt. In Galaten 3:28 zegt Paulus:
“Daarbij is het niet van belang of men Jood is of Griek, slaaf of vrije, man of vrouw, want u bent allen één in Christus Jezus.”
Dit betekent niet dat aardse verschillen worden uitgewist, maar dat ze geen basis vormen voor scheiding of hiërarchie binnen het Lichaam. Elke gelovige heeft dezelfde toegang tot God, dezelfde positie in Christus, en dezelfde Geest.

 

Een geestelijke eenheid, geen uiterlijke eenvormigheid
De eenheid van het Lichaam betekent geen uniformiteit. Niet iedereen heeft dezelfde gaven of roeping, en dat is ook niet nodig. In 1 Korintiërs 12:4-6 lezen we:
“Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. En er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. En er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.”
Deze verscheidenheid is juist bedoeld om het Lichaam te verrijken en in liefde op te bouwen tot een volwassen geheel.

 

Samenvatting
De eenheid van het Lichaam van Christus is een geestelijke werkelijkheid die door de Geest tot stand is gebracht. Zij uit zich in geloof, liefde en de waarheid van de leer. Gelovigen worden opgeroepen deze eenheid te bewaren, ondanks verschillen in gaven, karakter of afkomst. De eenheid is geworteld in Christus, en is bedoeld als getuigenis voor de wereld én als fundament voor de opbouw van het Lichaam. Ware eenheid is dus geen uiterlijke eenvormigheid, maar een geestelijke verbondenheid in de waarheid en in liefde, onder leiding van Christus als Hoofd.