We lezen
Deuteronomium 1:1–3:22; Jesaja 1:1–27; Handelingen 9:1–21
“Dit zijn de woorden die Mozes tot heel Israël sprak in de woestijn ten oosten van de Jordaan.” (Deuteronomium 1:1 Hebr. Bijbel)
Inleiding
De parasha van deze week, Devarim, begint met de Israëlieten aan de oevers van de Jordaan, vlak voor hun oversteek naar het Beloofde Land. Dit moment markeert de overgang van hun lange reis door de woestijn, die niet zolang had hoeven duren, maar die veertig jaar in beslag nam door hun opstandigheid. Deuteronomium begint met de woorden van Mozes, die zijn volk terechtwijst en hen oproept zichzelf te onderzoeken: “Waarom heeft een reis van elf dagen ons veertig jaar gekost?” Mozes herinnert hen aan de fouten die zij hebben gemaakt, vooral door het gebruik van negatieve woorden die hun tocht vertraagden.
De kracht van woorden in de Schrift
Woorden hebben kracht, zoals blijkt uit het eerste vers van Genesis, waar God het universum schiep met Zijn woorden: “Laat er licht zijn” (Genesis 1:3). In het Nieuwe Testament wordt de kracht van woorden bevestigd in het evangelie van Johannes, waar wordt gesproken van het Woord als een wezenlijk onderdeel van God (Johannes 1:1). Woorden kunnen leven brengen, maar ook dood en vernietiging. De spreuk uit Spreuken 18:21 herinnert ons eraan dat de tong macht heeft over zowel leven als dood.
De verbinding tussen woorden en de woestijnreis
De Israëlieten hadden hun bestemming bijna bereikt, maar hun eigen opstandigheid en negatieve woorden hielden hen vast in de woestijn. Mozes gebruikt de kracht van woorden om hen te confronteren met hun verleden, zodat ze verder kunnen gaan. De nadruk ligt hierbij op zelfreflectie en het onder ogen zien van de waarheid: wat hebben we gezegd of gedaan om vast te zitten in onze eigen woestijn, droogte en dorheid in ons geestelijk leven? Pas als we die waarheid erkennen kunnen we verdergaan in geloof.
Zelfonderzoek en bekering
Mozes vraagt de Israëlieten zichzelf af te vragen hoe zij zo lang in de woestijn hebben gezeten en waarom hun reis zoveel langer duurde dan gepland. Soms moeten wij ook onszelf dezelfde vraag stellen om uit onze eigen dorheid, twijfels en moeilijkheden te komen. Negatieve woorden en schuldgevoelens kunnen ons vastbinden. Alleen door het onder ogen zien van onze foute handelingen en gedachten, het ontvangen van vergeving en het herstellen van onze relatie met God, kunnen wij dan weer verder de reis met God aanvangen.
De impact van woorden in ons dagelijks leven
Psalm 34:12-13 moedigt ons aan om onze woorden zorgvuldig te kiezen. Woorden kunnen genezen, maar ze kunnen ook schade aanrichten. Negatieve, lasterlijke woorden, zoals Lasjon Harah (kwade tong), kunnen ons leven en de levens van anderen verwoesten. Het Nieuwe Testament herinnert ons in Efeziërs 4:29-31 aan het belang van het spreken van opbouwende, zegenende woorden. Woorden van kritiek en oordeel brengen onszelf onder oordeel, zoals we ook zien in het verhaal van Mirjam, die werd gestraft voor het roddelen over haar broer Mozes (Numeri 12:1-15).
Waarschuwing tegen onbezonnen woorden
Jezus waarschuwt in Mattheüs 12:36 dat we rekenschap moeten afleggen voor elk onbezonnen woord dat we spreken. Onze woorden moeten zorgvuldig worden gekozen, want ze weerspiegelen de toestand van ons hart. Dit principe wordt duidelijk in het visioen van Jesaja, waarin hij zich beschaamd voelt voor zijn onreine lippen in Gods aanwezigheid (Jesaja 6:5). Woorden hebben niet alleen impact op anderen, maar ook op onze eigen relatie met God.
Haftarah Devarim en de oproep tot bekering
In de Haftara van deze week, Jesaja 1:16-20, roept de profeet het volk op om zich te reinigen van hun zonden. Het is een oproep tot bekering en om de zonden onder ogen te zien. Dit is een tijd van diepe reflectie, vooral in de periode voorafgaand aan Tisja Be'Av, een vastendag die herinnert aan de vernietiging van de Heilige Tempels. De verwoesting van de tempels was het gevolg van morele en geestelijke verval in Israël. De profeten waarschuwden voor de gevolgen van het afwijken van Gods normen.
De verantwoordelijkheid voor onze zonden
De verwoesting van Jeruzalem en de tempels herinnert ons eraan dat moreel verval en zonden leiden tot verwoesting en verlies. Het volk Israël werd gevangen door hun eigen zonden en door het niet horen van de waarschuwingen van de profeten. In de tijd waarin wij leven moeten we ons afvragen of we dezelfde fouten maken, door de morele normen van de wereld te volgen in plaats van de normen van God.
De oproep tot heiliging
Voor gelovigen in Yeshua (Jezus) is ons lichaam een tempel van de Heilige Geest (1 Korintiërs 6:19). We worden geroepen om onszelf te heiligen en gereinigd te worden voor de komst van de Messias. Dit vereist dat we onze woorden en daden in overeenstemming brengen met Gods wil. We moeten ons leven afstemmen op Zijn normen van heiligheid en gerechtigheid, zodat we kunnen blijven groeien in onze relatie met Hem.
Conclusie
De kracht van woorden is een centraal thema in deze parasha. Woorden kunnen bouwen of vernietigen, genezen of beschadigen. Net zoals God het universum schiep met Zijn woorden, zo kunnen onze woorden invloed hebben op onze levens en die van anderen. De waarschuwingen in de Thora en de profeten roepen ons op om onze woorden zorgvuldig te kiezen, om onszelf te onderzoeken en om ons te bekeren van onze zonden. Alleen door het erkennen van de kracht van woorden en door onze eigen fouten onder ogen te zien, kunnen we verdergaan in gehoorzaamheid aan God en Zijn zegen ervaren.
De verdieping
Wil je meer weten over de kracht van het Woord, klik dan hier.