Beha’alotecha – Vlammen in het zand
We lezen:
Numeri 8:1–12:16; Zacharia 2:14[10]–4:7; Lucas 17:11–18:14
“Wanneer u de lampen opricht, moeten de zeven lampen licht geven vóór de kandelaar.” (Numeri 8:2)
Inleiding
In het Hebreeuws betekent Beha’alotecha letterlijk: “wanneer je opstijgt” of “verhoogt”. De Parasha opent met een praktische opdracht: Aäron moet de lampen van de menora aansteken. Maar achter deze handeling schuilt een geestelijke waarheid: het ontsteken van licht is altijd een daad van verheffing. Zoals het vuur omhoog klimt, zo richt de echte Godsdienst zich altijd op het hogere. Het roept tegelijk het woord aliyah op – de opgang naar Israël – een fysieke terugkeer die een geestelijke opwaartse beweging symboliseert.
De menora, gemaakt van één stuk puur goud, is geen simpel religieus voorwerp. Ze is het symbool van zuiverheid, openbaring en goddelijk licht. Waarom goud? Omdat goud, verwijst naar Gods heiligheid. Geen gelegeerd metaal, geen halve waarheid. De zeven lampen staan voor volheid: geestelijke compleetheid. In Openbaring keren ze terug als de zeven gemeenten – lichten die de wereld moeten verlichten, tenzij ze in duisternis vervallen.
Een vuur dat loutert
Gods licht is geen sentimenteel kaarsvlammetje. Het is een vuur dat loutert. Zoals Maleachi schrijft, zal Hij zitten “als een smelter en reiniger van zilver”, en Zijn volk zuiveren als goud. Dat zien we ook in de rituele reiniging van de Levieten. Voor ze de tabernakel mogen binnengaan, worden ze gewassen, geschoren en besprenkeld. Hun uiterlijke zuivering weerspiegelt de innerlijke noodzaak: geen dienst zonder heiliging. Dienstbaarheid aan God vraagt meer dan goede bedoelingen – het vraagt toewijding en overgave.
Gods licht weerspiegelen in gehoorzaamheid
Licht en zuiverheid zijn onlosmakelijk verbonden. Niet alleen in het heiligdom, maar ook in ons leven. Wie werkelijk wandelt met God, straalt iets uit – geen kunstlicht, maar het licht van de Messias. Zoals Yeshua zei: “Laat uw licht schijnen voor de mensen.” Geen hol vertoon, maar tastbare liefde, vreugde en vrede die anderen doet verlangen naar de Bron.
De zeven lampen van de menora herinneren ons eraan dat geloof niet bedoeld is om opgesloten te blijven in vormen. Het is bedoeld om te schijnen. En het licht van Gods aanwezigheid hoort in het midden van het volk te branden, als teken dat Hij onder ons woont. Maar als we hardnekkig in zonde blijven, dooft het licht. In Openbaring klinkt het scherp: “Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, tenzij u zich bekeert.”
Van dankbaarheid naar gemor
En toch... ondanks dit licht, ondanks het manna, ondanks de vuurkolom en Gods stem op de berg, begint het volk te morren. De reis naar het Beloofde Land wordt hen te zwaar. Ze hunkeren terug naar Egypte – naar vis, uien en knoflook – alsof slavernij beter was dan vrijheid. Ze verachten het hemelse brood, het voedsel dat God zelf gaf. Hun buik spreekt harder dan hun hart.
Mozes bezwijkt onder de last. Hij wil niet meer. “Als dit zo doorgaat, Heer,” zegt hij, “dood mij dan maar.” Wat een eerlijk gebed. En God hoort. Hij stelt zeventig oudsten aan – geestelijk leiderschap als antwoord op menselijke uitputting. En Hij geeft vlees, overvloedig. Zoveel dat het hun neus uitkomt. Wat eerst een zegen leek, wordt oordeel. De plaats van begrafenis krijgt een naam: Kibroth-Hattaavah, graven van begeerte.
Wanneer zelfs de leiders vallen
Alsof dat nog niet genoeg is, valt ook de eigen familie van Mozes hem aan. Mirjam en Aäron bekritiseren zijn huwelijk met een buitenlandse vrouw – een drogreden, want eigenlijk verlangen ze naar zijn positie. Het is een subtiele vorm van laster: waarheid die tot wapen wordt gesmeed. God grijpt in. Mirjam wordt melaats, wit als sneeuw. De les is helder: laster, zelfs onder profeten, vernietigt gemeenschap.
Aäron roept in wanhoop tot God: “O Heer, genees haar alstublieft!” En God geneest. Maar Mirjam moet zeven dagen buiten het kamp blijven. Genezing herstelt de relatie met God – maar de gemeenschap moet ook leren. Zonde heeft altijd een nasleep.
Haftarah: Licht, bekering en hoop
In de profetenlezing van Zacharia zien we een visioen van hoop en vernieuwing. Jeruzalem wordt opnieuw verkoren. De hogepriester Jozua staat in smerige kleren voor Gods troon – een beeld van zonde. Satan beschuldigt hem, maar God grijpt in: “Ik heb uw ongerechtigheid weggenomen.” Hij krijgt schone klederen. Daarna volgt het visioen van de menora, gevoed door een bovennatuurlijke olievloed.
“Niet door kracht, niet door geweld, maar door Mijn Geest.” (Zacharia 4:6)
Deze woorden vormen het hart van de Parasha: God verlangt geen menselijke prestatie, maar overgave. Zijn licht schijnt waar mensen zich laten reinigen, waar leiders buigen, waar het hart in gehoorzaamheid vlam vat.
Het Nieuwe Testament
Lucas vertelt hoe Yeshua tien melaatsen geneest, maar slechts één, een Samaritaan nota bene, terugkeert om God te loven. Zijn geloof redt hem, een innerlijke bekering. In de gelijkenis van Farizeeër en tollenaar zien we het contrast tussen uiterlijke schijn met innerlijke nederigheid: de tollenaar wordt gerechtvaardigd, niet de Farizeeër.
Het licht van de menora’ staat voor het hart dat zich klein maakt voor God. Zacharia zag Jozua, de hogepriester, in vuile kleren, maar God bekleedde hem met nieuwe gewaden, symbool van genade en de Geest die werkt..
Het vuur in de menora herinnert aan Israëls roeping en het innerlijke offer dat God verlangt: een nederig, gebroken hart, geen lege rituelen.
Wat betekent Parasha Beha’alotecha voor jou en mij??
Beha’alotecha roept de gelovige van nu op tot een leven van geestelijke opgang , groei – een hart dat zich omhoog richt naar God, ondanks de zwaarte van de tijd. In een wereld vol drukte en uiterlijk vertoon.
De menora blijft een symbool van Gods licht, dat door ons heen wil schijnen. Maar dat licht vraagt geen lege vormendienst, wél een zuiver hart. In een tijd van verwarring en gemakzucht wijst de tekst op echte toewijding.
Beha’alotecha roept op tot volharding, zelfs als het zwaar wordt. Om te blijven danken, ook als het manna weinig lijkt. Niet door kracht, maar door Zijn Geest – dat blijft ook in 2025 de weg omhoog.