We lezen
Deuteronomium 21:10–25:19; Jesaja 54:1–10; 1 Korintiërs 5:1–5

“Wanneer u ten strijde trekt [ ki tetze ] tegen uw vijanden, en de Heer, uw God, hen in uw handen overlevert …” (Deuteronomium 21:10, Hebr. bijbel)

Parasha Ki Tetze
In  Parasha Ki Tetze, die deze week wordt gelezen, wordt het volk Israël aangespoord om in allerlei situaties rechtvaardig en heilig te handelen. De tekst is een rijke verzameling van wetten die variëren van strafrechtelijke en burgerlijke regels tot morele en religieuze verplichtingen. Deze geboden zijn bedoeld om de Israëlieten als volk van God te onderscheiden en hen te helpen in hun dagelijkse leven (Deuteronomium 4:5-8).

Praktische wetten voor het volk

De passage behandelt belangrijke thema's zoals het erfrecht van de eerstgeborene, de omgang met koppige kinderen, de verplichting om verloren voorwerpen terug te geven aan hun eigenaar, en de bescherming van het leven van de inwoners van Israël. Het bevat ook wetten die de behandeling van doden reguleren, inclusief de manier waarop het lichaam van een geëxecuteerde misdadiger behandeld moet worden. De Torah vertelt ons dat iemand die schuldig is aan een misdrijf dat de doodstraf verdient, niet aan de boom mag hangen nadat hij geëxecuteerd is. Dit lichaam moet dezelfde dag nog worden begraven, omdat iedereen die aan een boom wordt gehangen door God als vervloekt wordt beschouwd (Deuteronomium 21:22-23).

De symboliek van de boom in de Torah

De symboliek van de boom is diepgaand, zowel in de oude Joodse context als in het begrip van de verlossing. In de tijd van de Romeinse heerschappij was de manier waarop een misdadiger aan een boom of paal werd gehangen, een publiek teken van schaamte en verwerping door God. Het had de betekenis van een vloek. Dit principe wordt later in het Nieuwe Testament geherinterpreteerd en krijgt een volledige vervulling in het lijden van de Heere. In Galaten 3:13 lezen we: “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt…”

Jezus/Jeshua en de vloek van de boom

De dood van Jezus/Jeshua aan het kruis wordt in het Nieuwe Testament niet alleen gezien als de fysieke straf die Hij onderging, maar als een symbolisch moment waarbij Hij de vloek op Zich nam die de mensheid voor hun zonden verdiende. De Joodse leiders in die tijd zagen de kruisiging als bewijs dat Jezus de Messias niet kon zijn. Volgens hun interpretatie van Deuteronomium 21:23 zou geen ware Messias ooit aan een boom worden gehangen, aangezien de Torah zo’n persoon vervloekt verklaarde. Door deze blik op de kruisiging werd het voor hen onmogelijk te geloven dat Hij de langverwachte Messias was.

De vervulling van de vloek in Jezus' dood

Toch helpt de Torah ons te begrijpen hoe de dood van Jeshua aan het kruis juist de vervulling was van Gods plan van verlossing. In plaats van het lijden van een vervloekte misdadiger, werd Zijn dood het ultieme offer voor de zonden van de mensheid. Jezus nam de vloek van de wet op Zich en stelde de gelovigen in staat om verlost te worden van de gevolgen van hun zonden. Dit wordt duidelijk wanneer we lezen in het boek van de profeet Jesaja:

"Voorwaar, Hij heeft onze ziekten op Zich genomen en ons lijden gedragen. Wij echter hielden Hem voor een door God gestrafte, door Hem geslagen en verdrukte. Maar Hij werd om onze overtredingen doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen." (Jesaja 53:4-5)

Paulus en de vloek in Galaten

In het Nieuwe Testament spreekt Paulus, een voormalige Farizeeër, over deze vervloeking van de wet en hoe Jezus deze op zich nam voor de gelovigen:

"De Messias heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden. Er staat immers geschreven: Vervloekt is ieder die aan een paal hangt." (Galaten 3:13, Hebr. bijbel)

De verlossing

De essentie van de boodschap in Parasha Ki Tetze ligt in het besef dat God niet slechts een wetgever is die eisen stelt, maar de Verlosser die in Zijn genade de straf voor de zonden van de mensheid op Zich neemt. Hij werd aan het kruis gehangen om de vloek van de wet voor ons te dragen. In Zijn dood aan de boom werd Hij het ultieme offer voor de zonden van de mensheid. En vergeet niet: voor jou en mij. Dit biedt de mogelijkheid voor herstel van de relatie tussen jou en mij en Vader.

Door Zijn dood aan het kruis kunnen wij nu een leven leiden dat gekarakteriseerd wordt door vrede met God. Paulus schrijft hierover in Titus 2:11-15 (HSV): Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus. Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten.

Vertroost elkaar dan met deze woorden.

De verdieping
Wil je meer lezen over de kracht van het kruis, klik dan hier.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------