Psalm 34:1 - Aanbidding

Neem mijn ziel in aanbidding,
ik zal de HEERE loven in het leven.

Psalm 34:1 (HSV)

David opent deze psalm met een oproep aan zijn eigen ziel: “Neem mijn ziel in aanbidding” (Hebreeuws: B’racha nafshi et-Adonai). Het werkwoord baraḥ betekent letterlijk “zich verheugen” of “jubelen,” een uiting van diepe vreugde en lof vanuit het innerlijk. Het is niet zomaar een plichtmatige lofzang, maar een bewuste beweging van de ziel die zich richt op de HEERE.

Hij vervolgt: “ik zal de HEERE loven in het leven”. Deze formulering benadrukt dat lofprijzing geen momentopname is, maar een levenshouding — lof die klinkt te midden van de dagelijkse realiteit, ook als die moeilijk is. Het is het bewuste besluit om God te prijzen, niet omdat alles goed gaat, maar omdat Hij het waard is.

David’s woorden spreken over een ziel die hersteld is van angst en lijden, die vindt dat lof de beste uitdrukking is van vertrouwen. Het is ook een uitnodiging voor de lezer om de eigen ziel aan te spreken, te activeren tot aanbidding, los van gevoel of situatie.

Deze psalm opent met een innerlijke beweging die de rest van het lied draagt: lof als antwoord op Gods trouw in het leven.


Gebed
Vader,
Leer ons U te aanbidden.
Leer ons U te loven, elke dag opnieuw.
Ook als ons hart worstelt, leer on U te prijzen.
U bent het waard, voor altijd.

Psalm 34:2 - Blij

In de HEERE zal mijn ziel zich beroemen;
de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn.

Psalm 34:2 (HSV)

In dit tweede vers komt een verrassend soort ‘beroemen’ naar voren — niet op eigen kracht, maar op de HEERE. In het Hebreeuws staat: “Ba’Adonai tithallel nafshi,” letterlijk: “In de HEERE zal mijn ziel zich beroemen.” Het werkwoord hitḥallel (zich beroemen, zich verheugen) komt van halal — dezelfde wortel als “halleluja”. Het duidt op een uitbundige lof, maar nu specifiek als uitdrukking van vertrouwen: de ziel richt zich niet op zichzelf, maar op Gods grootheid.

Wat bijzonder is: David schrijft dit terwijl hij zelf uit een benarde situatie komt (vgl. de historische context van 1 Samuël 21). Hij had alle reden tot schaamte of zelfbescherming, maar kiest ervoor zich te verheugen in de HEERE. Deze lof is niet zelfgericht, maar Godgericht — en tegelijk aanstekelijk.

Het tweede deel van het vers maakt dat duidelijk: “de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn.” Het woord voor zachtmoedigen (‘anavim) duidt op nederigen, kleinen, gebrokenen. Zij herkennen zich in David en vinden hoop in zijn woorden. Zijn lof wordt hun bemoediging.

Dit vers toont dat echte aanbidding niet alleen onszelf verandert, maar ook anderen optilt. Wie zich in de HEERE verheugt, maakt ruimte voor de vreugde van de ander. David laat zien: lof is nooit enkel persoonlijk — het werkt door, het wekt vreugde op bij wie kwetsbaar zijn.


Gebed
Vader,
leer mij mijzelf niet te verheffen,
maar U te verheerlijken in mijn leven.
Laat mijn lof een bron van vreugde zijn
voor wie gebroken en klein zijn.

Psalm 34:3 - Samen

Maak de HEERE met mij groot,
laten wij samen Zijn Naam verhogen.

Psalm 34:3 (HSV)

Na de persoonlijke lofzang en de vreugde van de zachtmoedigen, volgt nu een oproep tot gemeenschap: “Maak de HEERE met mij groot.” In het Hebreeuws: “Gaddelu l’Adonai itti, ûn’romemah shemo yachdav.” Het woord gaddelu komt van gādal, dat “vergroten”, “verheffen” of “verheerlijken” betekent. Niet dat God groter wórdt, maar dat Zijn grootheid meer zichtbaar wordt — in woorden, in houding, in gezamenlijke aanbidding.

David nodigt niet uit tot het bewonderen van zijn ervaring, maar tot het meedoen in zijn aanbidding. Echte lof blijft niet geïsoleerd. Ze roept anderen erbij: “Met mij… samen.” De gemeenschap wordt een echo van de genade die hij zelf ontving.

Daarbij noemt hij Zijn Naam — in het Hebreeuws: shemo. De Naam van de HEERE (JHWH) omvat Zijn wezen: barmhartigheid, trouw, gerechtigheid, nabijheid. Zijn Naam verhogen betekent Hem erkennen in alles wat Hij is. Het is aanbidding die niet alleen raakt, maar verenigt.

Dit vers laat zien dat lof niet bedoeld is voor de eenling, maar voor het geheel. Juist in tijden van nood of verlossing wordt de kracht van samen zingen zichtbaar. Als één stem het begint, mogen anderen invallen. David moedigt ons aan: vergroot Hem met mij, til Hem op in ons midden, maak Zijn grootheid hoorbaar — als antwoord op wie Hij is.


Gebed
Vader,
laat mijn lof niet stil of eenzaam zijn.
Breng mij samen met anderen om U groot te maken.
Verhoog Uw Naam in ons midden.
Want U bent waard om geëerd te worden — samen.

Psalm 34: 4 - Opheffen

Maak de HEERE met mij groot,
laten wij tezamen Zijn Naam roemen.

Psalm 34:4 (HSV)

Na de persoonlijke ervaring van redding en verlossing volgt hier een uitnodiging. David keert zich van het “ik” naar het “wij”. Hij is niet alleen dankbaar — hij wil anderen meenemen in aanbidding. Hier klinkt de diepe overtuiging door dat lof aan God niet slechts een innerlijke beleving is, maar een gedeelde daad: maak de HEERE met mij groot. Lofprijs is aanstekelijk.

Het woord grootmaken (in het Hebreeuws: gaddelû, van het werkwoord gadal) betekent niet dat wij iets toevoegen aan Gods grootheid, alsof Hij die nodig heeft. Het betekent: Hem verheffen in onze waarneming, in ons hart, in onze gemeenschap. Zoals een vergrootglas iets duidelijker zichtbaar maakt, zo maakt lofprijzing Gods heerlijkheid zichtbaar voor harten die Hem dreigen te vergeten.

Laten wij tezamen Zijn Naam roemen — het woord roemen is in het Hebreeuws naroemmah, dat verband houdt met ramam, verhogen, opheffen. Samen tillen we als het ware de Naam van de HEERE op — in woord, lied, dankbaarheid en eerbied. Het is een collectieve handeling van verwondering.

David zegt hiermee: “Doe mee. Je hoeft het niet alleen te doen. Mijn lofzang wordt rijker als jij meezingt.” En dat is ook vandaag zo: in lof en aanbidding wordt de eenzame ziel weer verbonden met het Lichaam — en boven alles: met God Zelf.


Gebed
Heere,
U bent groot — altijd groter dan ik zie.
Leer mij Uw Naam te verheffen, samen met anderen.
Laat mijn lof U verhogen, en mijn hart vervuld worden van Uw heerlijkheid.

Psalm 34:5 - Bevrijding

Ik heb de HEERE gezocht en Hij heeft mij geantwoord,
en mij gered uit al wat ik vrees.    Daleth

Psalm 34:5 (HSV)

Dit vers is een persoonlijke getuigenis van vertrouwen en redding. David begint met het krachtige woord “Ik heb de HEERE gezocht” — in het Hebreeuws darashti et-Adonai — wat betekent dat hij met toewijding, ernst en verlangen God heeft gezocht. Het zoeken is geen oppervlakkige handeling, maar een diepgaand roepen naar God in tijden van nood.

Het antwoord van God — va’aneini — is het hart van de ervaring: God luistert en spreekt terug. Hij laat Zich vinden door wie Hem zoeken met een oprecht hart. Dit is de kern van gebed en geloof: een relatie waarin niet alleen gesproken wordt, maar ook gehoord.

De tweede helft van het vers benadrukt de bevrijding: “mij gered uit al wat ik vrees.” In het Hebreeuws: ûmikkol magurotai hitsileni. Het woord hitsileni betekent letterlijk “heeft mij gered” of “heeft mij verlost.” Het is een krachtig beeld van God als redder die de gevangene bevrijdt uit zijn angst, uit de knellende omstandigheden die het hart verlammen.

De letter Daleth, die dit vers markeert, staat symbool voor een deur — een ingang naar vrijheid en redding. Zo opent dit vers de deur naar hoop en vertrouwen, een uitnodiging om God te zoeken en Zijn bevrijding te ervaren.


Gebed
Vader,
ik zoek U met heel mijn hart, en U antwoordt mij.
U bevrijdt mij van wat mij vrees aanjaagt.
Dank U voor Uw reddende hand.
Blijf mijn veilige schuilplaats en mijn kracht.

Psalm 34:6 - Verwaching

Zij zagen naar Hem uit, ja, stroomden op Hem aan;
en hun gezicht werd niet rood van schaamte.

Psalm 34:6 (HSV)

Dit vers ademt de sfeer van hoopvolle verwachting. “Zij zagen naar Hem uit” — letterlijk: hibbitu elaw — betekent dat ze hun blik richtten op de HEERE, met verlangen en vertrouwen. Niet een vluchtige blik, maar een gefocust kijken, een houding van afhankelijke verwachting. Ze stroomden op Hem aan, als een menigte die zich haast naar een veilige haven, naar een bron van leven.

Het is het beeld van mensen die weten dat bij God alles te vinden is wat ze nodig hebben — troost, richting, genade, vergeving. In het Hebreeuws staat hier ve’naharu elaw — “zij stroomden” of “vloeiden” naar Hem toe. Het roept het beeld op van een rivier die zich haast naar de zee, onweerstaanbaar en krachtig.

En wat gebeurt er als ze bij Hem komen? “Hun gezicht werd niet rood van schaamte.”
Ze hoeven zich niet te schamen. Geen veroordeling, geen afwijzing, geen blik vol afkeuring. Alleen aanvaarding en genade. In een cultuur waarin het rood worden van schaamte symbool stond voor vernedering, is dit een radicale belofte: wie op de HEERE vertrouwt, wordt niet beschaamd.

De letter Waw (of He, afhankelijk van de indeling) is in het Hebreeuws de verbindingsletter: het koppelt woorden, zinnen en gedachten aan elkaar — zoals dit vers mensen verbindt met God. Het suggereert ook: er is altijd een vervolg, een hoopvol vervolg.


Gebed
Heere,
ik richt mijn ogen op U.
Laat mijn hart niet beschaamd worden,
maar vervuld met Uw licht.
Trek mij naar U toe zoals water stroomt naar de zee.
U bent mijn toevlucht.

Psalm 34:7 - Verlossing

Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde;
Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.
Psalm 34:7 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Zajin)

In dit vers komt de diepe kwetsbaarheid van David naar voren: “deze ellendige” — een woord dat duidt op iemand die gebroken is, veracht, onmachtig. Het is David zelf, op de vlucht, zonder eer, zonder thuis. Maar juist deze mens roept tot de HEERE (JHWH). Niet met mooie woorden, maar met een rauwe kreet uit de diepte van het hart.

En de HEERE? Hij hoort. Hij negeert de ellendige niet, maar keert Zich juist naar hem toe. Het is het wonder van Gods luisterend oor: Hij is de God die hoort voordat er hulp is, voordat er verandering komt.

Dan volgt het tweede deel: “Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.” Het Hebreeuwse woord voor “verlossen” (natsal) betekent redden, ontrukken, bevrijden. De benauwdheden — letterlijk: nauwe, beklemmende situaties— staan symbool voor alles wat het leven onder druk zet: angst, vervolging, zorgen, ziekte, zonde. God verlost niet uit sommige, maar uit álle benauwdheden. Dat is geen belofte van een leven zonder strijd, maar van een God die in alle strijd dichtbij is en bevrijding schenkt.

De letter Zajin betekent ‘zwaard’ of ‘wapen’ in het Hebreeuws. Dat klinkt gewelddadig, maar in deze context verwijst het naar Gods machtige tussenkomst. Hij is Degene die strijdt voor wie zelf geen kracht meer heeft. Zijn Woord is het wapen dat bevrijdt. Zijn hand de kracht die redt.

Gebed
Vader,
U hoort mij als ik niets meer kan dan roepen.
U kent mijn benauwdheden en U verlost.
U bent mijn kracht, mijn wapen, mijn redding.
Dank U dat U Zich naar mij buigt.
Amen

Psalm 34:8 Bescherming

De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen,
en redt hen.

Psalm 34:8 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Cheth)

Dit vers opent een venster naar de onzichtbare werkelijkheid van Gods bescherming. “De engel van de HEERE” is geen gewone boodschapper, maar een bijzondere openbaring van Gods tegenwoordigheid — vaak gezien als een verschijning van de HEERE Zelf (vergelijk Exodus 3:2; Richteren 6:11–24). Hij is niet ver weg of afwezig, maar Hij legert Zich rondom Zijn kinderen — een actief en blijvend waken, als een wachtrij van bescherming.

Het woord “legert zich” (chanah) suggereert een tentenkamp, een leger dat zich strategisch rondom een stad of groep mensen heeft gepositioneerd. Niet op afstand, maar dichtbij. Niet vluchtig, maar met volharding. Dit is een beeld van geborgenheid: als een vader die zijn gezin omringt, als een herder die zijn schapen bewaakt tegen roofdieren in de nacht.

De voorwaarde? Vrezen van de HEERE — dat wil zeggen: Hem eren, respecteren, erkennen als Koning. Het is geen krampachtige angst, maar een eerbiedige gerichtheid op Wie Hij is.

En het gevolg? Redding. Bevrijding uit gevaar, bescherming tegen het kwaad, behoud te midden van bedreiging. Niet altijd een onmiddellijke uitredding uit de omstandigheden, maar altijd een zekerheid: Hij is nabij, en Hij grijpt in op Zijn tijd en wijze.

De letter Cheth (ח) is verbonden met het Hebreeuwse woord voor leven, chai. Deze letter staat symbool voor omheining of bescherming, zoals een muur of een hek. Juist dat zie je hier: God omringt Zijn kinderen met leven en veiligheid.

Gebed
Vader,
U bent mijn schild en mijn zekerheid.
Leger U rondom mij met Uw hemelse bescherming.
Ik vrees U met eerbied en liefde.
Red mij uit de gevaren die ik niet zie.
Amen.

Psalm 34:9 - Schuilplaats

Proef en zie dat de HEERE goed is;
welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.

Psalm 34:9 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Teth)

Dit vers nodigt uit tot een werkelijke ontmoeting met de goedheid van de Heere God. "Proef en zie" — het Hebreeuwse ta‘am voor "proeven" is niet simpelweg een verstandelijke overdenking, maar een diepe ervaring, alsof je Gods goedheid in je mond proeft, alsof je die in je leven ervaart. Het roept een zintuiglijke kennismaking op met de barmhartigheid en liefde van God. Het gaat verder dan weten — het gaat over ervaren, over het in je wezen binnenlaten. Heet is nauwelijks in woorden uit te drukken.

Het tweede deel — welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt — benadrukt de zegen die ligt in het zoeken van je schuilplaats bij God. De Hebreeuwse term voor "toevlucht" is chasah, wat betekent "schuilen, veilig stellen, bescherming zoeken". Het is een diepe afhankelijkheid: de zegen van degene die zich niet tot zichzelf wendt, maar tot God. Altijd, ook in  tijden van lijden of gevaar is God de plaats van veiligheid, de rots waarin je kunt schuilen.

De letter Teth symboliseert in het Hebreeuws goedheid en vreugde — een gedachte die goedheid en zegen uitdrukt, precies wat dit vers belooft: de ervaring van Gods goedheid en de vreugde van het vinden van bescherming in Hem.


Gebed
Vader,
Ik proef Uw goedheid in alles wat U geeft.
Laat mijn hart schuilen bij U,
waar ik veiligheid en vrede vind.
Ik zoek geen andere toevlucht dan U,
want U bent mijn schuilplaats en mijn vreugde.
Amen.

Psalm 34:10 - Eerbied

Vrees de HEERE, u, Zijn heiligen,
want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek.

Psalm 34:10 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Jod)

Dit vers is een oproep tot eerbied en respect voor de HEERE. Het woord vrees (in het Hebreeuws yārēʿ) gaat hier niet om angst, maar om een diep, eerbiedig besef van Gods heiligheid, macht en majesteit. Het is de eerbied die voortkomt uit het erkennen van Gods soevereiniteit en de houding van nederigheid die daarbij past. De heiligen zijn degenen die zich gewijd hebben aan God, die leven in zijn aanwezigheid en Hem ernstig nemen. Niet omdat zij zelf heilig zijn, maar omdat zij heilig verklaart zijn doordat zij hun vertrouwen op het verlossingswerk van Gods Zoon, Jezus, gesteld hebben.

De belofte die volgt is krachtig: "Wie Hem eren, hebben geen gebrek." Dit betekent niet dat de vrees voor God je letterlijk vrijwaart van armoede of ontberingen, maar dat het in God zoeken de zekerheid biedt van Zijn voorziening. De mensen die God eren of vertrouwen zullen in hun diepste behoeften voorzien worden, omdat hun vertrouwen in Hem rust, niet in hun eigen kracht of middelen.

De letter Jod (י) is de kleinste letter in het Hebreeuwse alfabet, maar staat voor de hand van God — de werkende kracht van de Schepper. Het symboliseert een verlangen naar Gods nabijheid, Zijn macht en de zegen die uit Zijn hand komt. Deze kleine letter verwijst naar de onmetelijke kracht die alles wat klein of zwak lijkt, kan dragen en versterken.


Gebed
Vader,
Geef mij de vreze voor U,
de eerbied die mij doet vertrouwen op Uw goedheid.
Laat mijn hart in Uw handen zijn,
want wie U vrezen, zullen nooit tekortkomen.
Amen.

Psalm 34: 11 - Geen gebrek

Jonge leeuwen lijden armoede en honger,
maar wie de HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.

Psalm 34:11 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Kaph)

Dit vers schildert een groot contrast. Jonge leeuwen — het symbool van kracht en moed — lijden armoede en honger. Zelfs leeuwen, die vaak gezien worden als de koning van de dieren, kunnen in hun zoektocht naar voedsel tekortkomen. Dit beeld van de leeuw in gebrek maakt duidelijk dat zelfs de sterkste, meest zelfstandige mensen onvoldoende kunnen voorzien in wat zij werkelijk nodig hebben.

Daartegenover staat de belofte voor degenen die God zoeken: “wie de HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.” Het Hebreeuwse woord voor “zoeken” is darash, wat betekent op een vastberaden en oprechte manier zoeken. Dat zoeken is geen oppervlakkige aangelegenheid, maar een levenslange zoektocht naar Zijn wil, Zijn aanwezigheid in je leven. Wie God oprecht zoekt, zal niet tekortkomen. Dit belooft niet alleen geestelijke rijkdom, maar ook lichamelijke voorziening — niet altijd in de vorm die wij verwachten, maar in wat God weet dat we werkelijk nodig hebben.

De letter Kaph (כ) wordt geassocieerd met handen, open voor geven en ontvangen. Het is een beeld van een hand die biedt en ontvangt, van Gods hand die het goede geeft, en van onze handen die in vertrouwen ontvangen. Deze letter benadrukt het concept van barmhartigheid en zorg, het ontvangen van alles wat God in Zijn goedheid voor ons heeft.


Gebed
Vader,
wij zoeken U met ons hele hart.
Geef ons alles wat we nodig hebben —
niet wat we denken te wensen,
maar wat U weet dat goed voor ons is.
Amen.

Psalm 34:12 - Naar school

Kom, kinderen, luister naar mij,
ik zal jullie de vreze des HEEREN leren.

Psalm 34:12 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Lamed)

Dit vers opent met een uitnodiging om de jongere generatie te onderwijzen: “Kom, kinderen, luister naar mij.” De David spreekt hier als een wijze ouder, een leraar, die de jonge kinderen wil onderwijzen de HEERE God. Het woord luister (in het Hebreeuws shama‘) heeft een diepe betekenis van niet alleen horen, maar ook gehoorzamen. Dus: luisteren met het doel om te handelen.

Het eerbiedige respect en vertrouwen in Gods heiligheid, is de basis van wijsheid en leven. Dit onderwijs is niet bedoeld om angst voor God te zaaien, juist niet, maar om de kinderen te leren de Heilige God met eerbied te benaderen, Zijn wil te zoeken en Zijn leiding in hun leven te volgen. Het is het fundament voor een leven dat vreugde en zegen brengt.

De letter Lamed (ל) wordt vaak gezien als de letter van leren en onderwijzen. Het is de letter die betekent ‘leraar’, maar het betekent ook ‘gericht zijn’, en symboliseert een pion die zich in een bepaalde richting beweegt. De Lamed is de langste letter in het Hebreeuwse alfabet en duidt op het hoogste niveau van onderwijs en geestelijke gerichtheid.

Dit vers is een oproep aan ouders, leiders en oudere gelovigen om actief en volhardend de vreze des HEEREN door te geven aan de volgende generatie. Dit is geen passieve taak, maar een actieve en liefdevolle oproep tot onderwijs.


Gebed
Vader,
geef ons de wijsheid om Uw eer aan anderen door te geven.
Laat ons leven een wegwijzer naar U.
Leer onze (klein)kinderen, die wij liefhebben, om U te eren
en in Uw wegen te wandelen.
Amen.

Psalm 34: 13 - Vreugde in het Leven

Wie is de man die vreugde vindt in het leven,
die dagen liefheeft om het goede te zien?

Psalm 34:13 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Mem)

Dit vers stelt een vraag die zich richt tot de essentie van een goed leven: wie vindt vreugde in het leven? De Hebreeuwse tekst heeft de vraag in de vorm van een zoektocht naar iemand die werkelijk vreugde vindt in het leven. Het woord voor vreugde, samach, verwijst naar een diepe, innerlijke blijdschap, niet oppervlakkige vreugde. Het gaat hier om een vreugde die voortkomt uit het leven in Gods vrede, Zijn shalom!

De tweede vraag benadrukt het verlangen naar het goede: “die dagen liefheeft om het goede te zien.” Het woord voor liefhebben is ’ahav, en dit heeft niet alleen te maken met het verlangen naar iets, maar ook met een diepe waardering. Het gaat hier om iemand die niet alleen het goede zoekt, maar die zijn dagen vult met de wens om dat goede te ervaren en te zien. Het is een persoon die niet door de negatieve kanten van het leven wordt getrokken, maar die zich richt op het goede dat God geeft.

De letter Mem (מ) heeft de betekenis van water en symboliseert diepte en volheid. Zoals water alles vult en voedt, zo vult de vreugde in het leven alles wat goed is. De Mem staat ook voor een overgang — van het oppervlakkige naar het diepe, van het tijdelijke naar het eeuwige. Het leven van iemand die vreugde vindt in het goede is een leven dat diep geworteld is in Gods zegen en Zijn goedheid.


Gebed
Vader,
laat ons hart vreugde vinden in Uw goedheid.
Laat ons de dagen liefhebben,
niet omdat alles perfect is,
maar omdat U het goede brengt in alles.
Leer ons het goede te zien in het alledaagse.
Amen.

Psalm 34:14 - Je tong

Behoed je tong voor het kwaad,
en je lippen voor het spreken van bedrog.

Psalm 34:14 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Nun)

Dit vers spreekt tot de kracht van onze woorden. De tong en lippen worden hier aangemoedigd om te worden beschermd tegen kwaad en bedrog. Het Hebreeuwse woord natsar voor "behoed" betekent waken over wat we zeggen. Onze tong is een krachtig instrument — voor zowel zegen als vloek. Het kwaad dat uit onze mond kan komen, kan veel schade aanrichten, van laster en roddels tot haat en veroordeling. Het vers roept ons op om onze woorden niet lichtvaardig te gebruiken, maar om bewust te kiezen voor het goede.

Het tweede deel waarschuwt ons tegen bedrog. Het Hebreeuwse woord mirmah heeft betrekking op misleiding en valsheid, maar het gaat verder dan enkel leugens. Het kan subtiele vormen van manipulatie of zelfs zelfbedrog omvatten. Bedrog betekent niet alleen dat we anderen misleiden, maar ook dat we de waarheid aan onze eigen beeldvorming aanpassen.

De letter Nun symboliseert "zaad" en kan staan voor de vrucht die uit ons spreken voortkomt. Zoals een zaadplant zich verspreidt, zo verspreiden onze woorden zich en beïnvloeden ze onze omgeving. Wat wij zeggen, plant een zaad in de harten van anderen, en dat zaad zal groeien. Dit vers herinnert ons aan de verantwoordelijkheid die we dragen over de woorden die we spreken.

Gebed
Vader,
bewaar onze tong voor kwaad en bedrog.
Laat onze woorden altijd waarheid en liefde uitstralen.
Geef ons de kracht om te spreken met wijsheid en eerlijkheid.
Laat onze mond zegen brengen.
Amen.

Psalm 34:15 - Vrede

Keer je af van het kwaad en doe het goede;
zoek de vrede en jaag die na.

Psalm 34:15 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Samech)

Dit vers roept op tot een bewuste keuze om het kwaad te vermijden en actief het goede te doen. De uitdrukking "keer je af" (in het Hebreeuws sur) is een krachtige oproep om je leven van richting te veranderen, van het kwaad af te keren en naar het goede toe te bewegen. Het gaat niet om passieve weerstand tegen het kwaad, maar om een actieve houding van rechtschapenheid en liefde. Het kwaad heeft geen grip op iemand die zich actief richt op het goede.

Het tweede gedeelte, "zoek de vrede en jaag die na", is een oproep om vrede te zoeken als een doel, en er actief naar te streven. Het Hebreeuwse woord voor vrede is shalom, wat niet alleen de afwezigheid van conflict betekent, maar een diepe staat van welzijn, harmonie en volledigheid. De oproep is niet om vrede passief te ontvangen, maar om actief vrede na te jagen — om ze na te streven, ervoor te werken, en niet op te geven totdat het werkelijkheid is.

De letter Samech (ס) symboliseert bescherming, zoals een ronde omheining die veilig en beschermend is. Het is een beeld van het omarmen van vrede — je erdoor laten omsluiten, zowel in je hart als in je handelingen. De bescherming die vrede biedt, is de vrucht van het volgen van Gods wegen: het goede doen, het kwaad vermijden, en actief streven naar vrede.


Gebed
Vader,
help mij het kwaad te vermijden en het goede te doen.
Laat mijn hart en mijn handen vrede zoeken en najagen.
Geef mij de kracht om vreedzaam te zijn in mijn woorden en daden.
Laat uw vrede mijn leven omarmen.
Amen.

Psalm 34:16- Aandacht

De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen,
Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep.

Psalm 34:16 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Ain)

Dit vers geeft een prachtig beeld van Gods zorg en betrokkenheid bij de rechtvaardigen. "De ogen van de HEERE rusten" — het woord nōtzar voor “rusten” suggereert een voortdurende, waakzame aandacht. Gods ogen zijn niet slechts af en toe op de rechtvaardigen gericht, maar ze rusten op hen, ze blijven bij hen, voortdurend waakzaam en zorgzaam. Dit is geen vluchtige blik, maar een diepgaande, liefdevolle aandacht.

De tweede zin spreekt van Gods oren die gericht zijn op hun hulpgeroep. De HEERE is niet alleen aanwezig, maar actief in het luisteren naar de nood van Zijn kinderen. "Gericht" is hier qāvāh, wat betekent dat Gods oren gespannen zijn, zoals een boog die gespannen wordt, klaar om te reageren. Dit beeld benadrukt niet alleen dat God hoort, maar dat Hij gehoor geeft, dat Hij reageert op de hulproep van Zijn kinderen.

De letter Ain (ע) betekent "oog" en is symbolisch voor zien, begrijpen en inzien. Het verwijst naar de manier waarop God ziet — met perfect inzicht, volledige kennis en liefdevolle zorg. Deze letter roept het beeld op van een God die niet alleen de situatie ziet, maar die Zijn volk volledig begrijpt en erbij betrokken is.


Gebed
Vader,
Uw ogen rusten op mij, Uw oren zijn gericht op mijn hulpgeroep.
Laat mijn hart rusten in het weten dat U altijd dichtbij bent.
Luister naar mijn roep, wees mijn hulp en mijn steun.
Dank U voor Uw constante zorg en liefde.
Amen.

Psalm 34:18 - Redder

Zij roepen en de HEERE hoort,
Hij redt hen uit al hun benauwdheden.

Psalm 34:18 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Tsade)

Dit vers benadrukt de nabijheid van God in tijden van beproeving. De roep naar de HEERE is een uiting van diepgaande nood — de benauwdheden die ons leven kunnen overnemen. Het Hebreeuwse woord voor roepen (in het vers za‘aq) suggereert niet slechts een rustige oproep, maar een luide, hartstochtelijke roep uit de diepte van het lijden. En in dat roepen is er geen stilte van Gods kant, maar een antwoord: de HEERE hoort. Dit is het krachtige inzicht dat God geen onverschillige luisteraar is, maar actief luistert en reageert op de roep van Zijn volk.

God is niet ver weg in de tijd van beproeving, maar dichtbij, als Redder. Het Hebreeuwse woord yasha‘, wat redden of bevrijden betekent, heeft niet alleen de betekenis van fysiek verlossen, maar van volledig herstel en bevrijding van wat hen vast houdt.

De letter Tsade (צ) symboliseert recht en gerechtigheid, en is verbonden met het idee van een rechtvaardige actie. Het is een letter die beweging in zich heeft — zoals het recht zich beweegt om de benadeelde te bevrijden. De HEERE komt niet alleen om de moeilijkheden weg te nemen, maar ook om Zijn recht te vestigen en om te redden in het diepste van onze benauwdheden.


Gebed
Vader,
wanneer ik roep, hoor dan mijn stem.
Red mij uit mijn benauwdheden,
want U bent recht en rechtvaardig.
Laat Uw reddende hand mij bevrijden,
en geef mij rust in Uw nabijheid.
Amen.

Psalm 34:19 - Omarmen

De HEERE is nabij de gebrokenen van hart,
Hij verlost de verbrijzelden van geest.

Psalm 34:19 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Koph)

Dit vers spreekt over de nabijheid van God voor degenen die gebroken en verbrijzeld zijn. Het gebroken hart is een symbool voor diepe pijn, verlies of emotionele verwondingen. Het Hebreeuwse woord voor gebroken is dakka, wat letterlijk betekent “verpletterd” of “verbroken”. Dit is geen oppervlakkige pijn, maar een lijden dat diep van binnen komt, dat je innerlijk verscheurt en de moed kan wegnemen. En toch wordt er gezegd: de HEERE is nabij — God is niet afwezig, maar dichtbij, juist voor wie het meest lijdt.

De tweede helft van het vers benadrukt dat God ook de verbrijzelde geest redt. Het Hebreeuwse woord voor verbrijzeld is shabar, wat verwijst naar iets dat in stukken gebroken is. De geest die verbrijzeld is, is de geest die zich overweldigd voelt door de moeilijkheden van het leven, de geest die geen uitweg meer ziet. Maar de belofte van dit vers is krachtig: de HEERE verlost. Hij komt om niet alleen te troosten, maar om daadwerkelijk te herstellen, te helen en weer op te richten.

De letter Koph (ק) symboliseert het idee van het omarmen van iets, het sluiten van een cirkel. Het beeld van deze letter kan ons helpen om te begrijpen dat God de gebrokenheid in ons leven niet alleen toelaat, maar ook omarmt en de nodige genezing brengt. Hij neemt wat gebroken is en maakt het weer heel, Hij vult de leegte met Zijn liefde en genezing.


Gebed
Vader,
U bent nabij wanneer mijn hart gebroken is.
Herstel mijn geest die verbrijzeld is van verdriet.
Breng heling waar pijn is,
en geef mij kracht om mijn ogen op U te richten.
Uw nabijheid is mijn rust.
Amen.

Psalm 34:20 - Redding

De rechtvaardige heeft veel ellende,
maar uit dat alles redt de HEERE hem.

Psalm 34:20 (HSV)
(Hebreeuwse letter: Resj)

Dit vers benadrukt een diepe waarheid over het leven van de rechtvaardige: het leven is niet vrij van ellende of beproevingen, zelfs niet voor degenen die God volgen. De rechtvaardige wordt niet beloond met een leven zonder moeilijkheden, maar met een heilige zekerheid — dat de HEERE hen zal redden uit alle ellende. Het Hebreeuwse woord voor ellende is ra‘, wat ook kwaad of lijden betekent. Het beschrijft niet alleen fysieke pijn, maar ook emotionele of geestelijke moeilijkheden.

De HEERE redt — dit is het fundament van dit vers. Het woord yasha‘ betekent redden, bevrijden, of verlost worden van gevaar of pijn. God is niet alleen een toevlucht in tijden van lijden, maar een actieve redder die het kwaad omdraait in iets goeds. In de diepte van ellende is God dichtbij, en Zijn redding komt niet alleen in de uiteindelijke bevrijding, maar ook in de kracht en vrede die Hij midden in de ellende biedt.

De letter Resj (ר) symboliseert een hoofd of leider, en herinnert ons eraan dat de HEERE de uiteindelijke autoriteit heeft over onze ellende. Zijn leiding in de momenten van beproeving is een teken van Zijn soevereiniteit en kracht. Deze letter roept ons op om onze ogen op de HEERE gericht te houden, want Hij leidt ons door het lijden heen naar redding.


Gebed
Vader,
hoewel ik ellende ervaar, weet ik dat U mijn Redder bent.
Leid mij door deze moeilijke tijden en bevrijd mij.
Laat mijn vertrouwen in Uw redding standhouden,
en geef mij kracht om door te gaan in Uw nabijheid.
Amen.